Skip to main content

Clubhouse Story #3 | Bouwen op een postzegel

“Everything you can imagine is real.”
– Pablo Picasso

In het brein van een schrijver met een overschot aan romantiek als handbagage komt ieder gebouw in eerste instantie tot stand in de bovenkamer van een architect die, vlak voordat de slaap zijn intrede doet, met een Eurekaschreeuw uit bed stapt, plaatsneemt achter het werkbureau, de bureaulamp aanzet en die met een studentenbrilletje op het puntje van de neus de hele nacht doorwerkt om met een fijn potlood en een liniaal het droomgebouw in A5-formaat op het tekenpapier te vereeuwigen.

In het brein van een schrijver met een overschot aan romantiek als handbagage heeft iedere architect een bescheiden buikje en het haar van een verstrooide professor of van een verwarde kunstenaar. In de ontleding van het woord architect (Grieks: architektón: bouwmeester; archi: opper, tektón: bouwer) willen we de erkenning lezen dat de architect dé partij is die letterlijk fantastische dromen waarmaakt, al was het maar om recht te doen aan het citaat van Pablo Picasso dat deze Clubhouse Story opende.

Maar de realiteit maakt korte metten met dit clichébeeld.

Het is de dag dat het hoogste punt van de Clubhouse Boompjes wordt bereikt, als Do Janne Vermeulen, architect-directeur en founding partner van het Amsterdamse Team V Architectuur, tegenover mij zit. Vanuit het raam van de provisorische vergaderruimte op het drijvende ponton aan de Scheepmakershaven proberen we met uitgestrekte nekken schuin omhoog dat hoogste punt daadwerkelijk te zien.

‘Bijzonder hè? Het was een behoorlijk gecompliceerde puzzel’, zo laat Do Janne weten. Haar glimlach belandt in het niemandsland dat zich begeeft tussen de werelden van de wetende en de onwetende. Zij weet als geen ander hoeveel (uren, dagen, weken, maanden, jaren) werk en overleg voorafging aan de totstandkoming van dit prestigieuze project, de onwetende ziet slechts een prachtig pand dat zo snel mogelijk onderdeel moet gaan vormen van onze skyline.

In een poging het niemandsland te overbruggen, beginnen we bij het begin. Do Janne:

‘Belegger APF International, die het bestaande gebouw had gekocht, schreef samen met projectontwikkelaar Peak Development een architectenselectie uit. In een korte studie moesten wij onze visie op de opgave geven. We lieten enkele scenario’s de revue passeren… óf hergebruik van het bestaande pand, óf de realisatie van één toren óf dus de optie om het in twee torens te splitsen.  Vervolgens is daaruit Team V geselecteerd. We vormden een ontwerpteam met technische adviseurs waarbij de inbreng van Van Rossum als raadgevende ingenieurs niet onvermeld mag blijven. Toen vond stap voor stap de meer gedetailleerde technische invulling plaats. We mochten hoog bouwen op de postzegel, maar het stedenbouwkundig plan schreef voor dat het pand onderin zeventien meter breed moest zijn waarbij het op hoogte een breedte van dertig meter mocht hebben. Bovenin werd een  diagonaal voorgeschreven zodat het pand het doorzicht niet teveel zou belemmeren vanuit het Wijnhaven kwartier. Op basis van het volume dat we mochten gebruiken kwamen we op het idee dat het efficiënter zou zijn om het gebouw vaker te laten “uitkragen”. Door die keuze hadden we bovendien minder last van schaduwvorming voor de woonlagen erónder. Zo kwam ook het idee tot stand om een split aan te brengenen twee torens te maken. Daardoor waren acht hoekwoningen mogelijk in plaats van vier.’

Do Janne loopt naar de muur van de bouwkeet waarop de bouwtekeningen met punaises zijn bevestigd. Met haar handen volgt ze de contouren van de twee torens: ‘ze hebben de vorm van Boompjes… zie je…’

‘Het basement van de torens staat in een zogenaamd dijklichaam waarin niet onbeperkt gegraven mocht worden. Daardoor werd onder meer de ondergrondse parkeergarage duur én technisch lastig. Dit relatieve gebrek aan parkeerruimte sloot wel aan bij de oorspronkelijke wens om de bewoners te laten werken met deelauto’s.’

Hoe dieper we op het ontstaan van het ontwerp (en de uiteindelijke realisatie) van de Clubhouse Boompjes ingaan, hoe meer de romantiek terrein moet prijsgeven. Binnen de complexe stedenbouwkundige, juridische, financiële, technische, vergunningsplichtige, functionele en ambtelijke kaders moet het schier onmogelijke worden gerealiseerd: bouwen op een postzegel… een postzegel die zich óók nog eens op een legendarische plek in de stad bevindt. Als onderdeel van de befaamde Rotterdamse skyline voelen alle partijen een gemeenschappelijke esthetische verantwoordelijkheid. De toekomst ligt in de handen van de Rotterdammers die bepaald niet bekend staan om hun zachtzinnigheid.

‘Je kunt het hele uitzicht vanaf de Maas vernachelen. Dat beseften we in alle fases maar al te goed. In zo’n traject wil je voor de stad iets moois neerzetten. Met hoogbouw is het per definitie een uitdaging om tevens levendige plinten op straatniveau te realiseren. Die knip maakt het, op straat- én op torenniveau, echt bijzonder.’

Aan de teken- maar ook aan de overlegtafel helpt de architect onze toekomstige woon- en werkomgeving te bedenken. De afstand tussen de allereerste schetsen die aan het brein van de architect ontspruiten en de daadwerkelijke bouw van het idee is voor een architect overbrugbaar. Zonder de creatieve inbreng van de architect zou ons straatbeeld er uitzien als de deprimerende woonwijken die wij nog kennen uit de jaren zeventig. Het is de architect die ons leven kleur, licht en ruimtelijk perspectief geven, zonder dat we daar dagelijks bij stilstaan. De optelsom van de “woonbaarheid” en de “werkbaarheid” heet de leefbaarheid en het is de architect die voor een grote mate tekent voor die leefbaarheid. Want de maatschappij verandert, en dús verandert de architect op organische wijze mee:

‘Ook de veranderende sociale verhoudingen van huishoudens spelen een rol. Tegenwoordig zijn er nu eenmaal minder traditioneel gevormde gezinnen van man-vrouw-kind, maar zijn er meer alleenstaanden en is er bovendien meer behoefde aan friends-woningen… vrienden die bij elkaar gaan wonen. Ook de architectuur moet hier met voortschrijdend inzicht op inspelen.’

Door de reeds vernoemde beperkende voorschriften, kaders, voorwaarden en bepalingen is de architect vanzelfsprekend genoodzaakt om keuzes te maken. De ervaren Do Janne is gepokt en gemazeld in het vak en weet als geen ander dat niet alle wensen realiseerbaar zijn. Niet schoorvoetend, niet tandenknarsend, maar broodje nuchter. Het spel tussen de mogelijkheden en onmogelijkheden is het speelveld waarop Do Janne zich thuis voelt:

‘Alles komt door overleg en dialoog tot stand. Een architect doet nooit iets in zijn eentje. De architect brengt alles samen in één ontwerp, na uitvoerig overleg met de opdrachtgever, de constructeurs, de installateurs, de bouwfysica, enzovoorts. Aan de hand van maquettes en 3D-modellen zorgen wij voor de visualisatie naar de toekomst.’

De creativiteit en de realiteit. In de diepste romantische kern begint een gebouw met een idee dat door de creativiteit wordt gevoed, maar het is de waslijst aan analyses en rekenmodellen die het droombeeld uiteindelijk concretiseert en vormgeeft. 

‘Het Clubhouse Boompjes is hier een uitstekend voorbeeld van. Juíst door alle onderzoeken, besprekingen en overwegingen kwamen we tot een 1+1=3 formule. Je gaat steeds op zoek naar alle randvoorwaarden en omstandigheden en daaraan probeer je als architect een meerwaarde toe te voegen. Je moet tijdens zo’n proces vooral goed luisteren en begrip opbrengen voor de inbreng van alle belanghebbende partijen. Je redeneert steeds vanuit het standpunt wat kán ik hiermee en uiteindelijk gebruik je al die specifieke ingrediënten om tot een topgerecht te komen. In alle opzichten gaf en geeft dit bijzondere project ons veel voldoening.’

Hoe cool moet het niet voelen om over een X aantal jaren langs de Clubhouse Boompjes te rijden, in de wetenschap dat jij mede verantwoordelijk bent geweest voor het idee én de realisatie ervan?

‘Jazeker. Maar niet alleen de buitenkant, het geldt net zo goed voor de binnenkant van gebouwen, juist omdat je weet hoe complex de materie in tal van facetten geweest is. Dat geeft een voldaan gevoel. De beeldbepalende torens van  Clubhouse Boompjes staan er toch voor een eeuw of langer.’

Die eeuw is vandaag ingegaan en daarmee zijn we terug bij de uitspraak van Pablo Picasso: alles wat je kunt bedenken is echt… even echt als de torens van de Clubhouse Boompjes die er nu echt staan!

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Wij houden u tijdens de bouw op de hoogte van alle vorderingen, belangrijke momenten en overig nieuws rondom de woontorens!